Reizen naar Afrika is niet zonder gevaar: je zou zomaar besmet kunnen raken met het Afrikavirus. Dan is één reisje naar dit fascinerende continent niet genoeg en wil je hoe dan ook terug. Dat zou na deze reis zomaar het geval kunnen zijn!
Het West-Afrikaanse Ghana heeft prachtige forten, een moeilijke koloniale geschiedenis, meerdere nationale parken en een levendige Afrikaanse cultuur. We reizen met het openbaar vervoer en dat is een belevenis op zich. Ghanezen maken veel gebruik van trotro’s, minibusjes waar in Ghanese ogen altijd nog wel plaats is voor een extra persoon, wat vee of huisraad.
De hoofdstad Accra ligt aan de kust. Afgezien van de oude stad (James Town) en wat forten zijn hier verder niet veel bijzondere bezienswaardigheden te vinden. Toch verveel je je hier geen moment: het straatleven is druk, chaotisch en wij westerlingen kijken onze ogen uit. Overal zijn winkeltjes, markten en handelaars die de meest uiteenlopende zaken te koop aanbieden. Als we de hoofdstad verlaten merken we al snel dat het in de rest van Ghana ook zo is. Het lijkt wel alsof iedereen zijn brood langs de weg verdient: schoenmakers, automonteurs, kappers, kleermakers, etc.
Langs de kustlijn van Ghana zijn niet alleen mooie, rustige zandstranden en leuke vissersplaatsjes te vinden, maar ook tientallen forten uit het koloniale tijdperk. Fort Elmina bijvoorbeeld. Bijna twee eeuwen lang was dit fort in handen van Nederlanders en een belangrijke basis voor de slavenhandel. Niet iets om trots op te zijn, maar wel heel leerzaam en interessant om je een paar uur te verdiepen in dit onderdeel van onze geschiedenis. De stad Elmina was ooit de koloniale hoofdstad van Ghana. Nu zijn de visserij, zoutwinning en botenbouw belangrijke inkomstenbronnen. De bedrijvigheid in de haven is een prachtig, kleurrijk, fascinerend schouwspel met pirogues (houten boten) die binnenkomen met de dagvangst, vissers die hun netten repareren, grote boomstammen die uitgehold worden om een boot van te maken en ovens waar vis geroosterd wordt.
In het binnenland van Ghana liggen meerdere natuurreservaten, waarvan Mole NP het grootste en belangrijkste is. Hier kun je prima op safari en de kans is groot dat je olifanten ziet. Daarvan leven er zo’n 600 in het park. Daarnaast vind je hier onder meer leeuwen, buffels, bavianen en honderden vogelsoorten.
Er is nog veel meer te zien in dit land, zoals het Volta meer en het Digya national park. Maar dit is Afrika en hoewel Ghana niet al te groot is, heeft een strakke planning maken niet zoveel zin. We gaan hoe dan ook veel zien en een bijzondere, onvergetelijke reis maken!
De bijkomende kosten zijn vnl. bedoeld voor vervoer/autohuur, maaltijden en overnachtingen.
Voor Ghana is een visum nodig dat we voor vertrek moeten aanvragen.