Cuba is een levendig, sfeervol en uniek eiland. Nergens ter wereld rijden zoveel oldtimers rond, om maar iets te noemen. Maar sinds een paar jaar is een eigen auto voor de doorsnee Cubaan geen ongrijpbare droom meer. Inmiddels rijden er gloednieuwe, moderne auto’s rond en daarmee zal het beeld van Cuba voorgoed veranderen.
Hoe dan ook, dit eiland is meer dan het wagenpark van de bevolking. Zo is daar La Habana (de hoofdstad Havana), onder het wakend oog van drie forten, met haar sfeervolle pleinen, muziek en vergane glorie. Niet alleen rijden hier de pastelkleurige Amerikaanse sleeën rond, ook paardenkarren en geïmporteerde stadsbussen uit bijvoorbeeld Nederland kleuren het straatbeeld. Op het platteland zijn het tabaksplantages, rode aarde en kenmerkende metershoge palmen die aan ons oog voorbijtrekken.
Tijdens een van onze korte of langere wandeltochten ontdekken we de natuur van dichtbij. Felgekleurde landslakken, tropische bloemen, vlinders, vogels en allerlei reptielen. Een aantal soorten komt nergens anders ter wereld voor. Ook de onderwaterwereld is oogverblindend mooi. Trekvogels beschouwen Cuba als een aangenaam tussenstation. Waarom volg je hun voorbeeld niet en rust je hier ook een poosje uit?! De sfeer is in ieder geval ontspannen genoeg, de opgewekte bevolking lijkt niet te weten wat stress is.
We proberen de nodige contacten te leggen, onder andere doordat we regelmatig in paladars (huiskamerrestaurantjes) eten. Zo verdienen veel Cubanen een extraatje. We zitten in plastic tuinstoelen op de veranda van een krakkemikkig, maar vrolijk geverfd huisje. Op het menu staat kip met rijst en bonen. De familieleden van de kip op je bord scharrelen even verderop vrij rond, op de achtergrond schettert een radio en de keus aan drankjes is beperkt. Maar we zijn blij dat we niet in een van de resorts aan de kust hoeven te eten!
Die kust is overigens zeer de moeite waard, van steil en rotsachtig tot lieflijke zandstranden. Altijd met de schitterende blauwe zee op de achtergrond. Onder het wateroppervlak bevinden zich veel koraalriffen. Zet een snorkel op, loop de branding in, steek je hoofd onder water en zie de kleur- en soortrijke wereld, waar je boven water geen vermoeden van hebt, voor je opengaan!
Natuurlijk gunnen we de vrolijke Cubanen op hun zonnige eiland de vrijheid waar we zelf ook in mogen leven. Tegenstrijdig genoeg zijn we tegelijkertijd bang dat Cuba dan geen Cuba meer zal zijn. Nu is het in elk geval nog het grootste openluchtmuseum ter wereld. Wel een soort derde wereld-museum trouwens, waar je soms met moeite maximaal 10 liter benzine kunt tanken en op bepaalde plaatsen goed moet zoeken om aan eten te kunnen komen.
Anno nu is het nog altijd een fascinerend en authentiek land dat zeer de moeite van een bezoek waard is. En daarnaast is het ook een mooie gelegenheid om de sombere Hollandse winter even in te ruilen voor heerlijk zonnig weer.
We vliegen retour op Havana.
Voor Cuba is een visum nodig, dat we waarschijnlijk voor vertrek aanvragen.
De bijkomende kosten zijn o.a. bedoeld voor maaltijden, vervoer (huurauto’s) en overnachtingen.
